Oluce, opgericht in 1945 door de meester Giuseppe Ostuni, is het oudste Italiaanse verlichtingsbedrijf dat nog steeds actief is.
In feite bestond er voor de oorlog alleen Gino Sarfatti's Arteluce, die eind jaren '90 verdween, terwijl in 1948 Azucena en Lamperti werden geboren, gevolgd door Arredoluce en Stilnovo in 1950. Jarenlang waren het vooral Arteluce, Azucena en Oluce die de Italiaanse scene domineerden en een centrum vormden voor de ontwerpers - eerst sterk betrokken bij de reconstructie en later bij de geboorte van de serieproductie - die het Milanese forum bezielden: Vittoriano Viganò en BBPR, Gigi Caccia Dominioni en Ignazio Gardella, Marco Zanuso en Joe Colombo.
Al in 1951 boekte Oluce succes op de IX Triennale, in het verlichtingsgedeelte onder leiding van Achille, Livio en Pier Giacomo Castiglioni, met een indirecte gloeilamp ontworpen door Franco Buzzi. In de daaropvolgende jaren was er het baanbrekende ''Agnoli'' model (255/387), een spotlight op een slanke steel, die in 1954 de achteruitgang van de lampenkappen en de opkomst van sterk vereenvoudigde vloerlampen markeerde, zelfs voor huishoudelijke verlichting.
Naast Agnoli waren er ook medewerkers van Ostuni: Forti, de vergeten voorvechter van een nieuwe levensstijl voor de Milanese hoge middenklasse, maar ook voor Arnaboldi, Monti en Minale. Maar het was pas aan het einde van het decennium, dankzij de ontmoeting met Joe en Gianni Colombo, dat Oluce een meer uitgesproken revolutionaire inslag nam. De gebroeders Colombo (later was het alleen Joe die zijn indringende missies in de wereld van de objecten nastreefde, terwijl Gianni zich toelegde op de beeldende kunst) zochten naar een ontvankelijke omgeving voor hun gedurfde ontwerpen: dit was Oluce.
Eerst was er de ''Acrilica'' tafellamp (mod. 281), opgenomen in de Oluce-catalogus vanaf 1962: een zeer dikke plexiglas curve waar het licht doorheen lijkt te klimmen, wat zowel een mogelijk ontmoetingspunt tussen kunst en design illustreert, als een elegant gebruik van nieuwe materialen. Een gouden medaille winnaar op de XIII Triennale, waar Joe Colombo ook twee zilveren medailles won (voor het ''Combi-Center'' en de ''Mini-Keuken'''), de ''Acrilica'' geconsolideerd Joe Colombo als een van de grote ontwerpers van de dag.
In de daaropvolgende jaren was Colombo al verder gegaan met het maken van zijn ''Coupé''', een gebogen steel van aanzienlijk formaat die een elegante halfcilindrische tint ondersteunt, nu tentoongesteld in het MoMa in New York.
In 1972, een jaar na de vroegtijdige dood van Joe Colombo, en werd daarom ''Colombo'' genoemd ter ere van hem. Het eerste indoor halogeenlicht dat op de markt verscheen, werd een onovertroffen icoon van een ontwerp dat zowel functioneel als eigentijds is.
Na de dood van Colombo's dood vond een nieuw deel van de geschiedenis van Oluces plaats. Dit komt omdat Giuseppe Ostuni het bedrijf aan de familie Verderi heeft gegeven. Daarom begon bij Oluce een nieuw en belangrijk tijdperk, dat samenviel met de overdracht van de eigendom van Ostuni aan de familie Verderi en gedomineerd werd door een van de grote meesters van het Italiaanse design: Vico Magistretti. Gedurende vele jaren was Magistretti art director en hoofdontwerper van het bedrijf, wat hem zijn onmiskenbare stempel en een erfenis van wereldwijde erkenning opleverde. Kuta, Lester, Nara, Idomeneo, Pascal, Dim, Sonora, Snow, en vooral Atollo - allemaal namen die meteen aan het bijbehorende product deden denken. Atollo werd zelfs een soort sjabloon, een grafisch silhouet dat meteen het concept van een ''lamp''' weergaf.
In 1995 ging Oluce onder de kunstregie van Marco Romanelli een andere koers varen, wat het internationale succes en de lovende kritieken van de collectie heeft versterkt. De nieuwe formule legt de nadruk op het uitdrukken van zeer uiteenlopende persoonlijke talen en in het bijzonder die van toonaangevende hedendaagse ontwerpers, zoals de Engelsman Sebastian Bergne, de Zwitser Hans Peter Weidmann en de Italianen Laudani&Romanelli.
Website van Oluce