Stalen fauteuil van Marcel Breuer
Hij werd bewonderd door docenten, studenten en bezoekers van het Bauhaus in Dessau, waar hij in enkele flats van de "Meister-Siedlung" stond. En al in 1926, het jaar waarin de productie begon, werd hij erkend als een "meesterwerk" op een tentoonstelling in de Kunsthalle Dresden. De eerste stalen buisfauteuil B 3 van Marcel Breuer - later bekend als de "clubfauteuil" of " Wassily " - trok meteen veel publiciteit en speelde een belangrijke rol in de grote belangstelling voor Bauhaus. Uiteindelijk zou het de aanzet geven tot een wereldwijde hausse aan stalen buismeubelen, die het avant-gardisme en de intrusie van industriële esthetiek in de privésfeer belichaamden.
Hij creëerde een "magie van precisie", zoals een Franse criticus schreef, met het eveneens nieuwe contrast van zwart en zilver, dat deed denken aan kostbare sieraden en moderne machines. Breuer zag zijn meubels als "apparaten van het hedendaagse leven". Ze moesten licht, open, goedkoop, demonteerbaar en hygiënisch zijn. B 3, dat ook verkrijgbaar was in een opvouwbare versie en dat Breuer in zijn vrije tijd had ontworpen met de hulp van een slotenmaker, voldeed aan deze criteria. Hij baseerde zich daarbij onder andere op ontwerpen van Gerrit Rietveld.
Met de Wassily creëerde Breuer geen alledaags voorwerp zoals gehoopt, maar een nieuw soort meubilair en een "abstract-echte sculptuur" (Siegfried Geidion), waarvan de open geometrie het minimalisme van de nieuwe vormvinders weerspiegelt. Het werd een designicoon bij uitstek, een centraal symbool van het modernisme en, niet toevallig, het eerste meubelstuk dat in de jaren 1960 als "klassieker" op de markt werd gebracht.
Er bestaan overigens talloze mythes over de naamgeving van de " Wassily " stoel. Sommigen zeggen dat hij zijn naam kreeg omdat Wassily Kandinsky de kamergenoot van Marcel Breuer was aan het Bauhaus. Anderen daarentegen beweren dat de stoel zijn naam kreeg omdat het een ontwerp was voor Wassily Kandinsky's appartement in het Bauhaus in Dessau.